Er waren bij de eerste christengemeentes twee grote theologische problemen, die eigenlijk vandaag de dag nog steeds binnen de christelijke kerken een belangrijke rol spelen. Men verwachtte de wederkomst van Jezus op korte termijn. Ook de discipelen worstelden met de verwachting van de wederkomst van Christus.

In alle tijden sinds de christelijke kerk zijn er groeperingen geweest die meenden dat ze precies wisten dat het einde der tijden nabij was, en dat het binnen hun leven, binnen de komende tien jaar bijvoorbeeld, zou gebeuren. Soms werd een precieze datum genoemd. Het heeft mensen steeds beziggehouden.

De eindtijd. Wie zal het meemaken?
Hoeveel ellende gaat er dan gebeuren voor Jezus verschijnt? We willen het heel precies weten.
Wie zal uitverkoren zijn en mee mogen naar de hemel?
Er zijn groeperingen die menen dat alleen hun leden daarbij zullen zijn, anderen zeker niet.

 

 In een reportage werd verteld van christenen die er zo zeker van zijn dat het einde der tijden binnen tien jaar zal komen, dat ze grote hoeveelheden eten en drinken verzamelen om te kunnen overleven in de periode van ellende en kwaad die aan de wederkomst van Christus vooraf zal gaan. Hun hele leven staat in dienst van die angst.
Vandaag telt niet meer, alleen die bange toekomst.
Wat jammer dat al hun energie daaraan opgaat.
Want ze zien juist in al het kwaad dat we horen en zien via de media de boodschap dat die eindtijd nabij is.

En dat brengt ons direct bij het tweede vraagstuk dat christenen altijd heeft beziggehouden: het probleem van het kwaad in de wereld.

Uit Perzië was in de tijd van het vroege christendom een belangrijke religieuze stroming gekomen. Daarin werd geleerd dat God eigenlijk uit twee goden bestond: de God van het licht en de God van de duisternis. De God van goed en de God van kwaad. Twee kanten van God, twee persoonlijkheden van God, de kwade kant en de goede kant. En een grote groep mensen sprak dat toen erg aan. God werd gekenschetst als een God met twee gezichten. Wanneer je denkt dat het kwaad ook door God georganiseerd wordt, dan heb je tenminste een verklaring voor het kwaad in de wereld. Het kwaad is een straf, voor wat mensen nu doen of misschien vroeger verkeerd deden. Dat heb je te aanvaarden, daar kun je als mens niets tegen doen.
Wanneer je zo over God denkt dan is dat voor mensen plezierig. Het past in de manier waarop wijzelf als mensen handelen. Voor wat hoort wat, wie goed doet goed ontmoet, wie kwaad doet wordt gestraft.
Soms weten we niet waarom God straft, maar iedereen die Gods kwade kant meemaakt zal dat wel verdiend hebben.
De God van het oude testament zou de kwade, de boze, de toornende God zijn, en de God van Jezus zou de God van het goede zijn.

In de eerste brief van Johannes, het eerste hoofdstuk, wordt op dit denken ingegaan.
De briefschrijver Johannes zegt: “Mensen, luister goed en houd vast aan hetgeen Jezus zelf heeft doorgegeven: God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis!”
De brief van Johannes zegt dus overduidelijk nee tegen het geloof in de God met twee kanten.

 

God is licht en in hem is in het geheel geen duisternis!

 

 

 Je kan God van het kwaad in de wereld de schuld niet geven.
Je kan God de schuld niet geven van alles wat mensen verkeerd doen, van de ellende in de wereld.
Wij liegen als we dat doen, zegt ons deze brief.
De duisternis van het leven is de duisternis van zonde, en bijbels gezien is zonde alles wat scheiding maakt tussen God en mensen. Die scheiding maken mensen zelf.
Die keuze kunnen ze maken. De duisternis is de duisternis van mensen die God de rug toekeren en niet in zijn licht willen lopen. 

Johannes zegt juist: in Gods licht zie je het kwaad des te scherper. Het kwaad in de wereld zie je, maar ook je eigen fouten. En wanneer je dat ontkent dan misleid je jezelf. Dat is jammer want dan kun je Gods liefde ook niet voelen.
Wanneer we in Gods licht naar onze eigen daden willen kijken en tegen God willen zeggen: “Heer ik houd van U, maar het gaat zo vaak fout want dan ben ik bang of slordig, of gewoon onverschillig”, dan is er vergeving!

In Gods licht zien we dat dat kwaad zelfs ten goede gekeerd wordt door God. En dat geldt niet pas na de eindtijd of na de wederkomst van Christus, maar elke dag.

1 Reactie

  1. Jan van Blanken

    Voor mij ook een zeer boeiend onderwerp om over na te denken. Vertrouwen komt er dan in mij op. Niet zien of weten. Maar geloven dat, wat van God komt, goed is. Dank voor de mooie gedachte uit de Bijbel.

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *