2 Koningen 13:14
“Toen Elisa ziek was geworden en op sterven lag, zocht koning Joas van Israël hem op. Huilend riep hij uit: “Vader, vader! Strijdwagen en ruiterij van Israël!” ” De profeet Elisa is in Joas’ ogen vooral een ‘veiligheidsgarantie’, zoals we dat tegenwoordig noemen. Zolang Elisa leeft, zal het militair goed gaan; hij is net zo waardevol als strijdwagens en een ruiterij. Daarom is de koning ook zo ontdaan als Elisa op sterven ligt. Na diens dood zal er een onzekere tijd aanbreken, denkt Joas. In het vervolg geeft Elisa hem de verzekering dat het wel goed zal komen: hij zal de vijanden tot driemaal toe verslaan.
Zulke teksten doen ons nogal vreemd aan, door de naadloze verbinding van profetie en oorlogsmacht.
We hebben geleerd dat het wijzer is om die twee te scheiden. Het risico is immers dat godsdienst misbruikt wordt om militaire doelen te bevorderen, in het uiterste geval zelfs als rechtvaardiging voor een veroveringsoorlog of een kruistocht. Moderne ‘profeten’, of het nou pastoors, predikanten of andere voorgangers betreft, moeten zich onthouden van directe uitspraken over oorlog.
We kijken met ontzetting naar landen als Iran, waar geestelijke leiders zich wel direct uitlaten over de inzet van geweldsmiddelen.
Niettemin kan ook de moderne profeet er niet omheen dat allerlei militaire machten in beweging zijn in deze tijd.
Ik las recent een column van Tommy Wieringa in de Volkskrant, waarin hij de stemming peilde onder NAVO officieren bij een forum.
Uit hun uitlatingen bleek dat zij ervan overtuigd zijn dat we ons in het voorstadium van een grote oorlog bevinden en dat Europa daar nog niet voldoende op is voorbereid.
Maar het grote publiek wil de ogen daar niet voor openen en loopt nietsvermoedend op het gevaar af.
“Hoeveel waarschuwingen hebben we nog nodig, fulmineerde een generaal buiten dienst,” aldus Wieringa.
In de kerk blijven we in vrede geloven, maar tegelijk houden we onze ogen open voor eventuele oorlogsdreigingen.
Sommige gelovigen willen dan meteen zeggen dat ze vertrouwen op God. Dat is natuurlijk prachtig, maar het kan ook een blinddoek zijn. Hoe vaak zijn gelovigen niet het slachtoffer geworden van geweld ondanks hun vertrouwen? We doen er goed aan om realistisch te blijven en ons net als ongelovigen te laten voorlichten door de experts, of dat nu militairen, journalisten of diplomaten zijn. Juist door onze ogen open te houden, kunnen we het juiste vertrouwen op God vinden.
In de adventsperiode van 1942, dus tijdens WO II, schreef de theoloog Dietrich Bonhoeffer een brief, waarin n.a.v. de vreugde in psalm 100 staat:
“Er is vreugde die helemaal niets weet van hartzeer, nood en angst;
ze heeft geen blijvend bestaan, ze kan slechts voor een ogenblik sussen.
De vreugde van God is door de armoede van de kribbe en de nood van het kruis gegaan;
daarom is ze onoverwinnelijk en onweerlegbaar.
Ze ontkent de nood niet, als die er is, maar te midden van die nood vindt ze God;
ze bestrijdt het moment van ernst niet,
maar juist zo vindt ze vergeving; ze kijkt de dood in de ogen,
maar ze vindt juist in de dood het leven.
Om deze vreugde, die heeft overwonnen, gaat het.”
Zo bemoedigde Bonhoeffer zijn medegelovigen. En die woorden spreken mij in deze tijd ook nog aan. Ik hoop dat we met Kerst de onoverwinnelijke vreugde vinden waar hij over sprak.
0 reacties