In zijn boekje “Waarom de wereld een hel nodig heeft”, betoogt theoloog Arnold Huijgen dat we het woord ‘hel’ moeten blijven gebruiken als christenen.
Hij geeft daar, aan het einde van het boekje, drie redenen voor.
De eerste en belangrijkste is deze: de ‘hel’ is het woord voor de existentiële dreiging waarvan Christus ons verlost.

Verlossing van de dreiging van de hel staat dus bij Huijgen voorop.
De hel is niet bedoeld om ons bang te maken, maar om onze reeds bestaande angsten (voor rampen of klimaatverandering bijvoorbeeld) te verwoorden. Het spreken over de ‘hel’ leidt niet tot optimisme, maar wel tot hoop: een toekomst door de dood heen, het gaat om een catastrofe waarna een nieuwe morgen aanbreekt. Christus biedt houvast in onze angsten.
Dat komt ook heel duidelijk in de geschriften van Maarten Luther naar voren, al gaat het daar over de catastrofe van een schuldig geweten.

Eerder heeft Huijgen beschreven hoe de hel in de christelijke traditie wel telkens gebruikt is om mensen bang te maken.
De afschrikwekkende hel diende al in de Apocalyps van Petrus (geschrift uit de tweede eeuw) om zondaars zo bang te maken, dat ze niet langer zouden zondigen.

Volgens kerkvader Augustinus zou God vanwege zijn rechtvaardigheid wel verplicht zijn om zondaars op gruwelijke wijze te straffen, als vergelding voor hun zonden. Dat argument kreeg later veel navolging. Arnold Huijgen weigert mee te gaan met die redenering. We stellen kinderen allang geen lijfstraffen meer in het vooruitzicht als ze ondeugend zijn. Mensen worden niet beter als je ze bang maakt voor een eeuwig vuur in het hiernamaals.
De juiste moraal moet uit innerlijke overtuiging komen: “Ik doe dit, omdat ik weet dat het goed is.” Of “Ik beheers me, omdat ik weet dat het verkeerd is om woedend te worden.” De hel als afschrikking werkt niet als stimulans voor morele ontwikkeling.

Hoe moet je dan wel over de ‘hel’ spreken? Volgens Huijgen kan je in ieder geval over de helse bedreigingen van het leven spreken, zoals de dreigende  klimaatverandering.
Dan mag je bedenken dat Jezus nedergedaald is tot de hel, zoals in de apostolische geloofsbelijdenis staat.
Huijgen schrijft “De dreiging van de hel daarentegen staat altijd in het licht van de overwinning van Christus, die te hopen geeft.
Alle onheil en dood worden niet uiteindelijk alsnog afgewend, als in een narrow escape in een film.
Het gaat juist om een toekomst door de dood heen, om een einde dat niet ontweken maar opengebroken wordt, om een ondenkbare catastrofe waarna een nieuwe morgen aanbreekt.
Het gaat dus om hoop in het aangezicht van de catastrofe…”

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *