We hebben van 17 t/m 25 september de Nationale Vredesweek gevierd. Bij de Sint Josephkerk kwamen mensen samen in geloof, in het delen van ervaringen en om elkaar vrede toe wensen. Dit is een belangrijk moment om ons meer bewust te worden, dat de inzet voor vrede over de grenzen van generaties heen gaat. Ko van Doeselaar sprak tijdens de dienst de volgende woorden:

Als mij gevraagd wordt hoe oud ik ben dan antwoord ik: ik ben van juli 1945 – en ik voeg er aan toe: en dat is van na de oorlog en dat moet zo blijven.

Juli 1945, dat betekent dat ik 77 jaar in vrijheid en vrede hier in Nederland leef en dat het best wel lang geleden is dat ik op de lagere school – nu de basisschool – leerde over de Tachtig jarige oorlog.
Ik leef nu in het tijdperk van een 77 jarige Vrede en ik hoop dat dat niet wordt verbroken.
Ik hoop en bid dat onze kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen in een tijdperk van Vrede zullen leven dat de 100 jaar dan ruimschoots voorbijstreeft.

En ik voel me bevoorrecht dat ik hier mag en kan leven in vrijheid, openheid, met humor, met respect, liefde en in vrede.

Bij vrede denk ik aan de ander. Denk ik aan de vreemdeling

Ik ben vrijwilliger bij Vluchtelingenwerk en daar ben ik taalcoach voor een jongen uit Syrië, uit Alleppo. Syrië – daar is de oorlog geluwd maar vrede is nog afwezig. De moeder en de zus wonen nog in Alleppo, zij hebben het oorlogsgeweld overleefd. Een keer per week probeert hij telefonisch contact te krijgen, soms lukt dat, soms lukt dat niet.

Ik ben ook taal- en rekencoach van een meisje uit Eritrea. Zij is gevlucht voor de dictatuur, gevlucht om te kunnen leven in vrijheid, te kunnen leven in vrede. Als vijftienjarige nam zij het initiatief om samen met haar moeder te vluchten, een vlucht door de woestijn met zijn verschrikkingen, een vlucht in een overvol bootje op de Middellandse Zee.

Wat de afwezigheid van vrijheid en vrede voor impact heeft op iemand heb ik hierdoor van nabij gezien. En dan voel ik me ook bevoorrecht om aan deze mensen te laten zien en te laten beleven dat in vrede samen leven mogelijk is, ook tussen en ook met vreemdelingen.

Als ik aan Bijbelse vrede denk, dan denk ik ook vaak aan het verhaal van de vreemdeling

Aan de barmhartige Samaritaan, een vreemdeling die helpt, die liefde geeft en vrede brengt. En dat in schil contrast met de gelovigen die voorbij gaan aan hun landgenoot die uiteindelijk dus wordt geholpen door een vreemdeling. En ik denk ook aan Ruth – een moabitische – die onbaatzuchtig voor haar joodse schoonmoeder zorgt. Na een moeizaam leven valt vrede en gelukkig haar toe en zij – Ruth de vreemdeling – wordt moeder van Obed, die de vader is van Isai, die de vader is van David.

In juli, twee maanden geleden schreef ik deze woorden:

Het is een doordeweekse zondag,
de tuin vraagt aandacht ,die het krijgt.

De journalist beschrijft huilend de oorlog,
de dood geschoten kinderen.

Bootvluchtelingen vertellen hun verhaal
van een toekomst die er niet is.

Wie doet zoiets is geen originele vraag,
het antwoord ook niet.

In deze stad wandelen vrijheid en vrede
hand in hand samen in het park.

Zeventien jaar – voor wie het begrijpt,
het is een doordeweekse zondag en bewolkt.

Vrede              – in het Nederlands
Friede             – in het Duits
Pokój               – in het Pools
Mir                  – in het Oekraïens
Mir                  – in het Russisch
Sa-lam            – in het Syrisch
Sa-lam            – in het Eritrees
Sjaloom          – in het Hebreeuws

Ik wens u allen vrede,
Ko van Doeselaar