In de laatste gemeente van mijn man was een groep jong volwassenen van 17-21 jaar geregeld aan de slag om een boodschap van de Bijbelteksten van die week vorm te geven.
Niet in een preek, maar in iets wat zij belangrijk vonden. Zo hebben ze eens geloof verkocht, of Jozef uit de put bevrijd, iedereen een zakdoek met een knoop aangereikt of met een ladder dwars door de kerk gesjouwd.
Waarom? Omdat dat duidelijk maakte wat voor hen de essentie van de Bijbelse boodschap van die zondag was.
Die jongelui hadden hun eigen bijeenkomst. Ze vroegen even welke teksten aan de orde waren en verder deden ze alles zelf.
Maar in de kerkenraad ontstond een probleem. Was er wel een volwassene bij? Was er wel genoeg controle op de uitleg van de jongelui? Deden ze wel eerbiedig als ze de dienst aan het voorbereiden waren?
En zo besloot de kerkenraad om de jeugddiaken te vragen voortaan inzage te hebben in wat de jongelui, die meestal eens in de maand iets in de dienst deden, bij te staan. Het zou dan vast beter gaan.
Allemaal heel goed bedoeld. Maar het pakte anders uit. Het clubje jongelui beƫindigde hun medewerking.
Voor enkele kerkgangers een hele geruststelling. Zij hadden zich vroeger ook verveeld in de dienst het was nergens voor nodig al die extra tijd die de jongelui in de dienst opeisten.
Onrust en verandering? Liever niet. Tja zo gaat dat soms.
Dorothea Timmers
0 reacties