Wim Beekman, classispredikant Friesland, verwondert zich over het verzet tegen het coronavaccin. In een column schrijft hij:

«Ik verwonder mij over het verzet tegen het coronavaccin. 2020 was het jaar van het virus. Met angst, verdriet en zorg. Van harte hoop ik dat 2021 het jaar van het vaccin zal worden. Hopelijk is deze zomer de pandemie voorbij.

Een jaar lang hebben wij gevreesd, geleden, geklaagd, ons herpakt, ons beperkt, voor elkaar gezorgd, naar elkaar omgezien, boven onze krachten gewerkt misschien, onszelf machteloos stilgezet wellicht, en vooral uitgezien naar het einde van deze plaag.

Nu gloort er licht aan het einde van de tunnel, en nu rijzen er bij sommigen bedenkingen. Dat begrijp ik niet. Ik ben opgegroeid met inentingen. Mijn moeder zei dat deze tot de zegeningen van onze tijd behoorde.

Destijds kon ik dat om mij heen zien en horen. Verhalen van mijn grootouders over hun kindertijd, waarin tyfus, cholera en Spaanse griep rondgingen. Beelden uit verre landen van mensen die een pokkenepidemie hadden overleefd, en daar misvormingen aan hadden overgehouden.

Een vrouw bij ons in de buurt die moeilijk kon lopen, omdat zij kinderverlamming had gehad. Gezinnen waar een kind was gestorven vanwege mazelen, kinkhoest of difterie. Ik wist waarom mijn gevreesde inentingen nodig waren. 

Toen wij zelf kinderen kregen, viel er al spoedig informatie over het vaccinatieprogramma op de mat. Van ieder kind werden de prikken in een boekje bijgehouden. Iedere vaccinatie zorgde geheid voor een doorwaakte nacht, maar als ouders wist je waar je het voor deed.

Als dominee verwonder ik mij over gelovigen die geen vaccinatie willen vanwege hun geloof. Ik ben opgegroeid op de Veluwe, ik ken de gelovige vrees voor een vaccin van nabij. En ook de worsteling die het in sommige gelovige gezinnen met zich meebrengt.

“Ons leven ligt in Gods hand. Het is aan Hem om ons te behoeden en te bewaren in gevaar. Het is niet aan de mensen om daarop vooruit te lopen. Daarom dus geen brandverzekering, en ook geen kindervaccinatieprogramma.”

Het doet mij denken aan de man op het meer wiens boot zinkende is. “Laat mij u redden”, biedt een passerende schipper zijn hulp aan. Maar de man in nood weigert. “God zal mij redden.” Tot drie keer toe slaat de man hulp af, zinkt dan en verdrinkt.

Bij de lieve Heer aangekomen klaagt hij zijn nood. “Ik vertrouwde op U. Ik was in nood en U hebt mij niet gered.” “Drie keer heb ik een boot gestuurd om je veilig aan wal te brengen”, zegt de lieve Heer, “drie keer heb je mijn hulp afgeslagen. Wat had ik meer kunnen doen?”

De pandemie is een plaag van alle eeuwen. Het vaccin is een zegening van onze tijd. Het behoedt voor onheil. Ik heb mijn medemensen, mijn dierbaren, mijzelf en ook de lieve Heer veel uit te leggen als ik deze zegen laat liggen.»

(Overgenomen uit ‘Petrus’, een kwartaalblad van de PKN.)

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *