De gelijkenis over de arbeiders in de wijngaard of de werkers van het elfde uur uit Matteüs 20, vind ik één van de mooiste gelijkenissen.
En meteen ook heel lastig, omdat er meerdere lagen in de gelijkenis zitten.
Eén van die lagen is gelijke beloning voor iedereen om in z’n levensonderhoud te kunnen voorzien.
Dat lijkt een utopie en niet te realiseren.
Terwijl verschil in beloning een bron van veel ontevredenheid is en vaak niet het beste in mensen naar boven brengt.

Bij deze gelijkenis moet ik altijd terugdenken aan de tijd dat ik werkte op een afdeling Personeel & Organisatie.  
Op een bepaald moment was één van mijn taken de invoering van een nieuw functiewaarderingssysteem.
Alle functies werden via een bepaalde methode opnieuw beschreven.
Aan de hand daarvan werden punten toegekend.
Het onderdeel leidinggeven leverde in veel gevallen net dat ene punt wat leidde tot een hogere inschaling van de functie.
Het leverde de hilarische situatie op dat ineens heel veel mensen leiding bleken te geven.
Eigenlijk gaf iedereen leiding aan iedereen. Op papier dan.
Dat zou een mooi uitgangspunt geweest zijn, ware het niet dat het opgevoerd werd om meer salaris te ontvangen. 
De slechtste herinnering heb ik aan een overleg met directieleden over hun functiewaardering.
Ze kwamen qua punten – en dus salaris – gelijk uit op een aantal andere functies waarin leidinggeven niet aan de orde was.
En dat was onverteerbaar voor hen. Via een truc regelden ze dat ze hoger uitkwamen. En ik kon er niets tegen doen.

Het is een situatie in het klein. Maar de machteloosheid en de kwaadheid die ik toen voelde, voel ik vandaag de dag opnieuw.
En tegelijkertijd blijf ik geloven in het visioen van het Koninkrijk van God waarin de zaken omgekeerd worden.
Blijf ik erin geloven dat we daar samen vorm aan kunnen geven.

Karel Eijkman herschreef de gelijkenis uit Matteüs 20 treffend voor kinderen. Duidelijker kan niet.

“Een vrachtrijder, dat is een chauffeur in een grote vrachtwagen. En die vrachtwagen zat helemaal vol met mandjes druiven.
Hij moest die druiven naar een grote winkel brengen in een stad verderop, maar hij had verkeerd gereden dus wilde hij omkeren.
Dat was moeilijk met zo’n grote wagen op een smalle weg op de dijk.
De achterwielen gleden uit langs de kant van de weg en langzaam zakte de auto helemaal scheef achteruit de weg af.
Daar zat hij nu in zijn scheve auto. Gelukkig kwam er een auto langs met een meneer die wel helpen wilde.
Maar die auto was niet sterk genoeg.
Toen kwam er een bromfietser langs, die zou planken halen voor onder de wielen.
Dan zou het makkelijker gaan.
En de chauffeur riep ook nog een paar mannen die verderop aan het werk waren om even te komen helpen.
Ze kregen de vrachtwagen al een eindje naar boven.
Tenslotte kwam er nog een schoolbus langs en alle schoolkinderen stapten uit en hielpen bij het laatste eindje.

‘Jij krijgt van mij een mandje druiven’, zei de chauffeur blij tegen de eerste man met de auto en die was daar erg tevreden mee en erg trots op.
‘Iedereen die meegeholpen heeft krijgt een mandje druiven’, riep de chauffeur en begon uit te delen uit zijn auto.
Maar de eerste man met de auto zei: ‘Je bent gek dat je dat doet, dat kost je veel te veel geld, zij hebben alleen maar dat laatste stukje geholpen terwijl ik al zo lang met je bezig ben’.
Toen zei die chauffeur: ‘Wat zeur je nou?
Die auto is weer op de weg, daar gaat het toch om?
Ben je boos omdat ik royaal ben?
Wou je soms dat ik ieder kind mee één druif gaf of zo?’

Dat was het belangrijkste, dat die auto op de weg kwam.
Het doet er niet toe wie het langst heeft geholpen, het ging erom dat iedereen had geholpen”.

Omgekeerd denken en handelen: het maakt blij.
Daarom een link naar een prachtige cantate van Bach: BWV 51 Jauchzet Gott in allen Landen.
Klik op de afbeelding om de cantate te beluisteren en kijken.

1 Reactie

  1. Piet Maris

    Dag Marjo,
    Voor mij is de gelijkenis van de “werkers van het elfde uur” altijd zeer intrigerend geweest.
    Ik vond het ook niet eerlijk dat de late werkers net zoveel kregen als de eersten.
    Geloofsgenoten om me heen versterkten dit gevoel.
    Zij vonden het ook maar vreemd en vooral niet terecht.
    Jouw anekdotes wijzen in dezelfde richting.

    Wat ik nu denk is dat Jezus met zijn verhaal dezelfde reactie wilde oproepen bij de toehoorders.
    Een gevoel dus dat contrair was aan de geijkte opvattingen.
    Waarom deed hij dat?

    Ik denk dat hij de mensen duidelijk wilde maken dat “het ingaan in het Koninkrijk der Hemelen”(plechtstatig gezegd) niet de wetten volgden van oorzaak en gevolg(langer werken meer loon, korter werken minder loon), maar dat er in ons een onnavolgbare plotselinge verandering kan optreden die zulks bewerkstelligt.
    Noem het genade.
    Mocht het woord genade te vroom voor je klinken, ga dan eens te rade bij de quantumfysica ,waar allerlei verschijnselen optreden die niet te verklaren zijn vanuit de klassieke Newtonfysica.

    Kortom, ik denk dat Jezus bij de mensen een andere denkpiste wilde bewerkstelligen m.b.t. het ingaan in het Koninkrijk der Hemelen dan de geijkte.
    Vertel daarom om te beginnen een voor de omstanders afwijkend verhaal.
    Sublieme didactiek!

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *